Brandinstructies

Aangezien onze duurzame sojakaarsen en koolzaadkaarsen met de hand zijn gemaakt, branden ze net iets anders dan je gewend bent. Lees in deze brandinstructies hoe je jouw soja- of koolzaadkaars optimaal kunt branden.

Korte lont

Let er voor elke brandbeurt op dat de lont niet te lang is en geen zogenoemde ‘champignon’ heeft. Trim de lont elke keer voordat je de kaars aansteekt tot 0,5 cm boven het kaarsvet. Gaat de lont roken of de vlam flikkeren? Knip de lont dan nog een stukje af. Door de lont kort te houden smelt de kaars veel rustiger en langzamer. Zit de kaars in een potje? Dan voorkom je ook dat het glas zwarte vegen krijgt. Het advies is om de kaars maximaal 2-4 uur per keer te laten branden.

 

Voorkom tunnelvorming

Zorg er ook voor dat je de kaars iedere brandbeurt lang genoeg brandt zodat het hele oppervlakte is gesmolten. Dit is vooral belangrijk wanneer je de kaars voor het eerst aansteekt. Als je de kaars steeds gedurende korte periodes brandt, zal niet alle was smelten waardoor je een soort tunnel krijgt.

Houd de lont in het midden van de kaars

Wanneer de kaars bijna is opgebrand kan het zijn dat de lont gaat drijven. Zorg er daarom voor dat de lont goed in het midden blijft, wanneer je de kaars verplaatst zodat alle soja- of koolzaadwas opgebrand kan worden. Bij het uitblazen van de kaars kan de lont ook verschuiven, je kunt de lont weer in het midden plaatsen met behulp van een prikker.

Het glas wordt heet

Houd er rekening mee dat het glas heet wordt tijdens het branden van de kaars. Het is ook aan te raden om een onderzetter onder de kaars te zetten wanneer de kaars bijna is opgebrand, om te voorkomen dat je brandafdrukken krijgt op tafel.